Er zijn signalen dat sommige gemeenten t.b.v. het verminderen van loketbezoek stimuleren dat erkenningen (ongeboren vrucht) worden uitgesteld tot het moment van geboorteaangifte.
Het uitstellen van een erkenning van een ongeboren vrucht op aandringen van de gemeente is geen verstandige keuze. Natuurlijk willen gemeenten het loketbezoek zoveel mogelijk beperken. De vitale processen als geboorteaangifte en inschrijving in de BRP moeten echter doorgang kunnen vinden.
Maar ook een erkenning van een ongeboren vrucht moet kunnen plaatsvinden op verzoek van de moeder en erkenner.
Uitstel kan tot vervelende gevolgen leiden. Zoals bekend heeft het kind na erkenning ongeboren vrucht op het moment dat het ter wereld komt direct een vader, dan wel een mee-moeder.
Ook voor het verkrijgen van het Nederlanderschap kan het belangrijk zijn dat een kind erkend wordt als ongeboren vrucht.
Wachten tot er geboorteaangifte wordt gedaan kan nare situaties opleveren, bijvoorbeeld als het kind of de vader op het moment van geboorteaangifte niet (meer) in leven is.
Dus: de conclusie is duidelijk!
Bron: NVVB (10-11-2020).
Tekst is iets leesbaarder gemaakt.